Voor meer informatie over de praktijk van VGV in een bepaald land, kunnen volgende websites raadpleegd worden :

Inter-African Committee on Traditional Practices affecting the health of women and children (IAC) : http://www.iac-ciaf.org 

Refworld (UNHCR) : http://www.refworld.org

Landeninformatie : http://www.vluchtelingenwerk.be/helpdesk#sub-91

Human Rights Watch (HRW) : http://www.hrw.org

Women Watch : http://www.un.org/womenwatch

Etudes DHS : http://www.measuredhs.com

European Country of Origin Information Network (ECOI) : http://www.ecoi.net

Inter-Parliamentary Union against FGM (UIP) : http://www.ipu.org/wmn-f/fgm-prov.htm

Organisation Suisse d’aide aux réfugiés (OSAR)MGF - Manuel pratique à l’usage des avocats - Chapitre 2 : http://www.fluechtlingshilfe.ch

European network for the prevention and eradication of harmful traditional practices (Euronet) : http://www.euronet-fgm.org

Amnesty International : http://www.amnesty.org

Unicef : http://www.unicef.org

WHO : http://www.who.int/fr

Centre de recherche et d’intervention en genre et développement (Criged) : http://criged.org

 

Ook kan u ons via e-mail of telefonisch bereiken: Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken. of +32 (0)2 539 02 04

RECHTSPRAAK VAN DE RVV OVER VROUWELIJKE GENITALE VERMINKING 

Vrouwen/meisjes die slachtoffer zijn of het risico lopen op VGV of andere gendergebonden vormen van vervolging kunnen een internationale bescherming inroepen en erkend worden als vluchteling, op voorwaarde dat ze voldoen aan de criteria van de Conventie van Genève van 28 juli 1951 betreffende de status van vluchtelingen.

Hieronder kunt u enkele arresten raadplegen in verband met VGV en gedwongen huwelijken:

 OVERZICHT

  1. Vrees voor een vrouw/meisje om VGV te ondergaan
  2. Vrees voor gedwongen huwelijk 
  3. Vrees van een ouder dat haar/zijn dochter VGV zou ondergaan
  4. Risico op een herbesnijdenis 
  5. Criteria van het Verdrag van Genève
    1. Toebehoren tot een bepaalde sociale groep
    2. Politieke overtuiging 
  6. Binnenlands vluchtalternatief
  7. Geloofwaardigheid - twijfel over het bestaan van een vrees of twijfel over de nationaliteit
  8. VGV ondergaan in het verleden = vermoeden van vrees
  9. In aanmerking nemen van stukken/elementen van het dossier
  10. Objectieve vrees voor VGV 
  11. Effectieve bescherming door de nationale autoriteiten
  12. Meervoudige asielaanvragen

U kunt hier een studie van de rechtspraak terugvinden omtrent de interpretatie van vrouwelijke genitale verminking en gedwongen huwelijken door de RVV in Guinese asieldossiers. Deze studie werd uitgevoerd in oktober 2013 door Maia Grinberg en Caroline Lejeune, beiden advocaten aan de Balie van Brussel.

De studie van de rechtspraak van augustus 2011 over schadelijke traditionele praktijken kunt u eveneens hier terugvinden.

 1. Vrees voor een meisje/vrouw om VGV te ondergaan 

Arrest CEE nr. 156 326 van 10 november 2015

Femme Guinéenne ( malinké) - non excisée - petite fille de 5 ans - non excisée - craintes d’excision pour elle-même et pour sa fille – 1ère DA : déboutée de la demande (arrêt 116 587 du 7 janvier 2014) - remise en cause de son mariage– capable de protéger sa fille - 2ème DA  - certificat d’excision de sa sœur – décision de refus de prise en considération – annulation CCE – éléments supplémentaires - attestation de suivi psychologique – 3è décision de refus - contradictions dans le récit de fausse excision – absence de connaissance du contexte politique – pas d’élément probant de la parenté avec la « sœur »/ de l’excision de la sœur – recours CCEcraintes de la partie requérante - l’état physique et psychique justifie imprécisions du récit – restauration de la crédibilité des faits - bénéfice du doute – documents et propos de la DA établissent à suffisance l’excision de la sœur - certificats de non excision des requérantes – extrême taux de prévalence en Guinée – problèmes liés à la volonté de refuser l’excision de sa fille - volonté inébranlable de protéger sa fille – taux de prévalence de 97% chez les femmes de 15-49 ans – quasi-totalité des femmes musulmanes sont excisées – pas de changement majeur dans la pratique – crainte de la fille de la requérante - la présence de la requérante en Guinée est attestée par les éléments du récit- l’ignorance du contexte politique constitue une appréciation subjective – requérante forcée à se marier – attestations psychologiques de la requérante (syndrome de stress post-traumatique) – imprécisions peuvent trouver leur origine dans l’état psychique liés aux persécutions endurées- profil élevé de la requérante – taux de prévalence en Guinée- filles mineures = risque objectif significatif d’excision – circonstances exceptionnelles absentes en l’espèce – famille paternelle attachée aux traditions- pas de possibilité de s’opposer à l’excision - autorités guinéennes incapables d’assurer une protection - facteurs d’influences sur la pratique des MGF manquent d’impact. Octroi de la qualité de réfugié à la requérante et à la fille de la requérante.  

Arrest CCE  nr. 122.669 van 17 april 2014: Guinese asielzoekster – vrees voor besnijdenis dochter – vrees omwille van verzet tegen besnijdenis - vrees omwille van gedwongen huwelijk - prevalentie besnijdenis uiterst hoog in Guinee – objectief risico op besnijdenis voor jonge meisjes – risico op zich volstaat om vrees voor vervolging aan te tonen – geen bescherming mogelijk in Guinee – vrees omwille van verzet tegen besnijdenis niet aangetoond – gedwongen huwelijk aannemelijk – toekenning vluchtelingenstatus

 

Arrest RVV nr. 114.005 van 20 november 2013 (annulatie): Guinese asielzoekster  - vrees voor besnijdenis dochter – weigering vluchtelingenstatus en subsidiaire beschermingstatus door CGVS en  RVV - nieuwe asielaanvraag in naam van het kind –  (oud) art. 51/8 VW – weigering inoverwegingname - bijlage 13quater – annulatieberoep RVV- brief vzw INTACT – nieuw element -  inhoud brief werpt een nieuw licht op eerdere beoordeling – vrees in hoofde van dochter eerder niet  onderzocht- enkel vrees in hoofde van de moeder werd onderzocht - miskenning zorgvuldigheidsplicht – vernietiging bijlage 13 quater

Arrest RVV nr. 113.153 van 31 oktober 2013 (annulatie): Guinese asielzoekster  - vrees voor gedwongen huwelijk – vrees voor besnijdenis dochter – weigering vluchtelingenstatus en subsidiaire beschermingstatus door CGVS -  beroep RVV - dochter is geen partij in het geding - weigering vluchtelingenstatus en subsidiaire beschermingstatus (arrest RVV 103.148 van 21.05.2013) – nieuwe asielaanvraag in naam van het kind – bijlage 13quater:  niet in overwegingname – gezag van gewijsde arrest 21.05.2013 – enkel vrees van de moeder werd onderzocht - vrees in hoofde van het kind niet onderzocht- onterechte toepassing van artikel 51/8 van de VW – bevoegdheidsoverschrijding - vernietiging weigering tot niet in overwegingname

Arrest RVV nr 110.319 van 23 september 2013 (annulatie): Guinese asielzoekster – weigering vluchtelingenstatus en weigering subsidiaire bescherming (RVV nr 91 833 van 20 november 2012) – tweede asielaanvraag in eigen naam en eerste asielaanvraag voor minderjarig dochtertje – beslissing tot niet-in-overwegingname – bijlage 13 quater - dochter nog niet geboren ten tijde beslissing CGVS – geen onderzoek in hoofde van kind door RVV – dochter nooit eerder asielaanvraag ingediend – art 51/8VW niet van toepassing -bevoegdheid DVZ beperkt tot vreemdelingen die reeds eerder asielaanvraag indienden– machtoverschrijding – vernietiging beslissing niet-in-overwegingname.

Arrest RVV nr 91 833 van 20 november 2012Guinese asielzoekster – buitenechtelijke zwangerschap – strenge traditionele familie - gedwongen huwelijk – komst naar België - tweede dochter geboren in België na beslissing CGVS – oudste dochter later besneden in Guinee – vrees voor besnijdenis tweede dochter - ongeloofwaardigheid – gedwongen huwelijk niet aannemelijk –– niet aannemelijk dat dochter in Guinee besneden werd – tweede dochter is geen partij in het geding – weigering vluchtelingenstatus en weigering subsidiaire bescherming

Arrêt n°80 882 du 9 mai 2012 : DA camerounaise – mariée –menace du père d’exciser ses deux filles- manque d’information précises -  la pratique de l’excision au Cameroun- protection de la part des autorités camerounaises conter l’excision- évaluation de la possibilité de fuite interne- mesures d’instruction complémentaires – annulation – renvoi au CGRA.  

Arrêt n°74 074 du 27 janvier 2012 : DA guinéenne – mariage forcé - risque de ré-excision – mauvais traitements dans le cadre du mariage forcé – documents médicaux – interprétation restrictive de la possibilité de fuite interne- pas de preuve de la part de l’administration – risque de réexcision pour une femme adulte – condition de femme guinéenne – crainte d’autres formes renouvelées de persécution- absence de protection effective – reconnaissance.

Arrêt n°71 365 du 1er décembre 2011 : DA guinéenne – crainte de mariage forcé – mutilation génitale féminine – persistance des séquelles –  présomption de crainte fondée, art.57/7bis L.15.12.1980 – crainte de ré-excision – crainte d’autres formes de persécution - profil de la requérante – reconnaissance de statut.

Arrêt n°61 832 du 19 mai 2011 : DA somalienne – nouvelle demande – mensonges- crédibilité du récit – enfant né hors mariage - crainte d’une nouvelle MGF (infibulation) - risque élevé d’infibulation en cas de retour en Somalie / à Djibouti- taux de prévalence - motif objectif de craindre d’être persécutée - groupe social- lecture combinée art.48/3 §4,d) L.15.12.1980 et art.48/3 §2, al.2, f) L.15.12.1980 - doute sur la nationalité - protection des autorités par rapport à la nationalité du DA ou de sa résidence habituelle- doute sur la nationalité : Directive 2004/83/CE du 29 avril 2004 considérant 15 : le pays où le DA a sa résidence habituelle - impossibilité d’administrer la preuve de la nationalité somalienne - appréciation in concreto – incertitude - examen de la protection des autorités djiboutiennes et somaliennes- absence de protection effective dans les deux pays - reconnaissance.

Arrêt n°53 848 du 23 décembre 2010 – DA ivoirienne – relation homosexuelle – menace d’excision à l’encontre de la requérante et sa fille  – situation politique en Côte d’Ivoire – mesures d’instruction complémentaires – annulation et renvoi au CGRA.

Arrêt n°51 447 du 23 novembre 2010 : DA togolaise – 2 filles d’un premier mariage- divorce – second mariage – menaces d’exciser la requérante et ses filles- opposition à la coutume- pas d’alternative de fuite interne – pratique liée à l’ethnie et à la religion- crédibilité du récit- impossibilité pour femme de se soustraire à la coutume- risque de subir des pressions irrésistibles- critère des opinions politiques- tentative de chercher une protection- Pas de garantie de protection en cas d’opposition à la coutume- alternative de fuite interne, art.48/5 §3 L.15.12.1980- accès à une protection intérieure – situation personnelle de la requérante- pas d’analyse sur la crainte de persécution dans la région d’origine etv de la situation dans une autre région- non fondement du motif de l’API- reconnaissance

Arrêt n°20 184 du 9 décembre 2008 : DA sénégalaise- mariage forcé – excisée avant le mariage – maltraitances familiales – plainte -  certificat médical – protection effective au Sénégal ? – mesures d’instruction complémentaires - annulation et renvoi au CGRA.

Arrêt n°17 310 du 17 octobre 2008 : DA camerounaise- crainte de mariage forcé- maltraitances conjugales – plainte pour séquestration et viols - menace d’excision – question de crédibilité- situation particulière de la requérante – certificat médical- pas de motif sérieux de mettre en doute sa bonne foi- bénéfice du doute- pratique du mariage forcé au Cameroun- carence des autorités- groupe social- reconnaissance.

 2. Vrees voor gedwongen huwelijk 

Arrest CCE nr. 123 497 van 30 april 2014: Guinese asielzoekster – gedwongen huwelijk –  buitenechtelijke zwangerschap – argumenten exclusief gebaseerd op tegenstrijdigheden tussen landeninformatie en verklaringen  - documentatie van algemene aard - bronnen ontoereikend – ongeloofwaardigheden in verklaringen – aanvullende onderzoeksmaatregelen – annulatie – terugwijzing naar CGVS

Arrest CCE nr. 122.669 van 17 april 2014: Guinese asielzoekster – vrees voor besnijdenis dochter – vrees omwille van verzet tegen besnijdenis - vrees omwille van gedwongen huwelijk - prevalentie besnijdenis uiterst hoog in Guinee – objectief risico op besnijdenis voor jonge meisjes – risico op zich volstaat om vrees voor vervolging aan te tonen – geen bescherming mogelijk in Guinee – vrees omwille van verzet tegen besnijdenis niet aangetoond – gedwongen huwelijk aannemelijk – toekenning vluchtelingenstatus

Arrest 91 796 RVV op 20 november 2012 : Guinese asielzoekster –  infibulatie – gedwongen huwelijk - desinfibulatie in België – vrees omwille van ontvluchting huwelijk - vrees voor nieuwe besnijdenis – gedwongen huwelijk niet aannemelijk – omkering bewijslast o.b.v. art 57/7bis want reeds voorwerp van vervolging door infibulatie – geen informatie over risico herbesnijdenis in het rechtsplegingsdossier –vernietiging en terugzending  naar CGVS

Arrêt n°71 365 du 1er décembre 2011 : DA guinéenne – crainte de mariage forcé – mutilation génitale féminine – persistance des séquelles – présomption de crainte fondée – crainte de ré-excision – crainte d’autres formes de persécution - profil de la requérante – reconnaissance de statut.

Arrêt n° 62.922 et 62 923 du 9 juin 2011 : DA guinéenne – MENA - Crainte de mariage forcé – Crainte de ré-excision – Excision (type I) et présence de cicatrices sur le corps – divergence entre récits de la requérante et sa sœur- Qualité de femme et de mineure – Actes de persécution – Article 57/7bis, L. 15/12/1980 – Indice sérieux – Vulnérabilité en raison du jeune âge – Doute – crainte établie à suffisance - Pas de garantie de protection effective –  appartenance à un certain groupe social – Reconnaissance.

Arrêt n° 60 622 du 29 avril 2011 : DA guinéenne- crainte de mariage forcé – crainte de réexcision- mutilation type I – crédibilité – groupe social des femmes- art. 57/7bis L.15.12.1980, présomption de crainte fondée- agent non étatique- société guinéenne inégalitaire- Absence de protection – reconnaissance.

Arrêt n°56 848 du 25 février 2011 : DA camerounaise - MENA- mariage forcé – violences familiales - pratique répandue au Cameroun- examen superficiel de la crédibilité-contexte et jeune âge de la requérante- absence d’informations sur la protection offerte par les autorités- mesures d’instruction complémentaires- annulation et renvoi au CGRA

Arrêt n°51 234 du 17 novembre 2010 : DA guinéenne- enfant hors mariage- mariage forcé – deuxième enfant dans le mariage, excisée – violences familiales – crainte d’être persécutée pour avoir fui le mariage – crainte d’excision dans le chef de la dernière fille restée au pays- impossibilité de se soustraire raisonnablement au mariage- imprécisions n’influencent pas la crédibilité du récit – réalité du mariage forcé établie à suffisance- conditions de contraintes inacceptables- groupe social des femmes – absence de protection- risque de subir d’autres formes renouvelées de persécutions- reconnaissance.

Arrêt n°49 893 du 20 octobre 2010 : DA guinéenne –  mariage forcé - société guinéenne inégalitaire  - violences familiales - précarité et fragilité de la requérante - absence de protection effective-  condition de femme- crainte de formes renouvelées de persécutions-  art. 4 §4 Directive 2004/83/CE- Reconnaissance.

Arrêt n°61 890 du 20 mai 2011 : DA sénégalaise- mariage forcé- opposition- excisée avant le mariage – complications sanitaires – invraisemblances – contexte particulier de la requérante-  jeune fille, excisée, mariée de force- crédibilité- groupe social- pas de clause d’exclusion- reconnaissance.

Arrêt n°29 226 du 29 juin 2009 : DA guinéenne- MENA- mariage forcé- violences conjugales- absence d’élément concret, pertinent et suffisamment récent- impossibilité d’authentification acte de décès du père- indices du bien-fondé de ses craintes- le doute lui profite-  mariage forcé constitue des persécutions en raison de sa condition de femme- crainte d’autres formes renouvelées de persécution- société inégalitaire – absence de protection adéquate des autorités- précarité et fragilité de la requérante - reconnaissance

Arrêt n°25 092 du 26 mars 2009 : DA nigérienne- mariage forcé – maltraitances de son mari - question de crédibilité- profil de la requérante- contexte particulier- comportement passif- récit circonstancié – absence de motif sérieux de mettre en doute la bonne foi- le doute profite – persécutions au sens de la Convention- appartenance au groupe social des femmes- mariages arrangés au Niger- pas de protection effective des autorités- reconnaissance.

Arrêt n°15 681 du 8 septembre 2008 : DA nigérienne – décès de la sœur- mariage forcé – violences familiales- fille née en Belgique – crainte d’excision pour la requérante et sa fille- documents médicaux (fistule )- crainte d’être répudiée- mesures d’instruction complémentaires- risque d’être excisées au Niger- conséquences de l’affection vesico-vaginale - annulation et renvoi au CGRA.

Arrêt n°1 591 du 7 septembre 2007 : DA mauritanienne- menace de mariage forcé – menace d’excision- violences familiales- pas de document d’identité – manque de preuve-  contradiction nuancée- absence d’instruction sur le mariage forcé et l’excision – mesures d’instruction complémentaires- annulation et renvoi au CGRA

 3. Vrees van een ouder dat zijn/haar dochter VGV zou ondergaan 

Arrest CCE nr. 134 235 van 28 november 2014: Djiboutiaanse asielzoekster - vrees voor besnijdenis dochters - vrees omwille van verzet tegen besnijdenis - afzonderlijk onderzoek naar de respectievelijke vrees – uitermate hoge prevalentie van besnijdenis in Djibouti (minstens 80%) – ernst van het type van besnijdenis (type 2 en 3) en herinfibulaties – de wettelijke bepalingen werden nooit toegepast – geen klachten van slachtoffers of ouders – de statistische gegevens over de prevalentie van besnijdenis geeft een objectieve en aanzienlijk hoge vrees weer voor jonge intacte meisjes – het risico volstaat op zichzelf om een gegronde vrees voor vervolging te vormen – uitzonderlijke omstandigheden afwezig in dit geval – geen voldoende en effectieve bescherming tegen de risico’s op besnijdenis – gegronde vrees voor vervolging voor de 4 dochters van verzoekster – geen specifiek onderzoek naar de persoonlijke vrees van de moeder door het CGVS – het geloofwaardigheidsonderzoek mag de vraag op zich niet overschaduwen – incoherenties in het document van Cedoca – art. 26 van het KB van 11 juli 2003 over de controle op ontvangen inlichtingen – subsistantiële onregelmatigheid – annulatie van de beslissing – aanvullende onderzoeksmaatregelen.

Arrest CCE nr. 122.669 van 17 april 2014: Guinese asielzoekster – vrees voor besnijdenis dochter – vrees omwille van verzet tegen besnijdenis - vrees omwille van gedwongen huwelijk - prevalentie besnijdenis uiterst hoog in Guinee – objectief risico op besnijdenis voor jonge meisjes – risico op zich volstaat om vrees voor vervolging aan te tonen – geen bescherming mogelijk in Guinee – vrees omwille van verzet tegen besnijdenis niet aangetoond – gedwongen huwelijk aannemelijk – toekenning vluchtelingenstatus

Arrest RVV nr 117.008 van 16 januari 2014: Guinese asielzoekster – vrees voor besnijdenis dochter – geen eenduidige cijfers over prevalentie VGV in Guinee – politie en rechtbanken geen “doeltreffend juridisch system voor opsporing, gerechterlijke vervolging en bestraffing” volgens art. 48/5, par 2, lid 2 van VW– tegenkanting van verzoekster tegen besnijdenis is aannemelijk – geen bewijs m.b.t. huwelijk – geen informatie over hoe realistisch /veel voorkomend bescherming door ouders tegen VGV is –geen informatie over welk bewijs van huwelijk verwacht kan worden – vernietiging

Arrest RVV nr 91 833 van 20 november 2012: Guinese asielzoekster – buitenechtelijke dochter – gedwongen huwelijk  – buitenechtelijke zwangerschap – oudste dochter achtergelaten in Guinée, tweede dochter geboren in België –  oudste dochter later besneden in Guinee – vrees omwille van geboorte buitenechtelijk kind  – incoherente verklaringen – gedwongen huwelijk niet aannemelijk – geen sprake van herbesnijdenis – niet aannemelijk dat dochter in Guinee besneden werd – als kind moeilijk te ontkomen aan VGV – Raad stelt vast dat dochter geen partij is in het geding – weigering vluchtelingenstatus en weigering subsidiaire bescherming

Arrêt n° 57 756 du 11 mars 2011 : DA guinéen- père d’une fille née en Belgique- - crainte d’excision- statut réfugié pour la mère- signature d’un engagement – aucune information au dossier- mesures d’instructions complémentaires – examen objectif de la crainte - renvoi CGRA

Arrêt n° 57.411 du 7 mars 2011 : DA mauritanien –arrestation pour refuser d’exciser son enfant- condamnation à mort- seconde DA- toujours recherché par les autorités- - authentification de l’avis de recherche – mesures d’instruction complémentaires- annulation et renvoi CGRA

Arrêt n° 56 580 du 23 février 2011 : DA somalienne – activités politiques du mari - décision d’octroi de la protection subsidiaire – recours CCE- crainte d’excision pour les filles - doute – examen de la crainte d’être persécuté – crédibilité- profil particulier et état psychologique- situation sécuritaire en Somalie – nationalité et origine établies à suffisance – opinion politique imputée - réformation et octroi de la qualité de réfugiée.

Arrêt n°51 234 du 17 novembre 2010 :– DA guinéenne – crainte de mariage forcé- crainte d’excision fille – (reconnaissance)

Arrêt n° 29 108 du 25 juin 2009 : DA guinéenne – enfant né hors mariage-  risque d’excision de l’enfant- père de nationalité néerlandaise – droit de séjour sur le territoire de l’UE- pas protection internationale pour l’enfant – données objectives- risque évident d’être soumise à une excision en cas de retour en Guinée- persécution- opposition de la requérante la coutume– mise au ban – critère des opinions politiques- pas de garantie de protection des autorités guinéennes- reconnaissance.

Arrêt n° 29.110 du 25 juin 2009 : DA guinéen - Enfant née en Belgique - Crainte d'excision de l'enfant en cas de retour - Probabilité extrêmement importante d'excision en cas de retour - Parents risquant d'être mis au ban de la société - Risque de représailles et de rétorsion - Crainte de persécution personnelle dans le chef des parents - Critère des opinions politiques - Reconnaissance.

 4. Risico op een herbesnijdenis 

Arrest 91 796 RVV op 20 november 2012 : Guinese asielzoekster –  infibulatie – gedwongen huwelijk - desinfibulatie in België – vrees omwille van ontvluchting huwelijk - vrees voor nieuwe besnijdenis – gedwongen huwelijk niet aannemelijk – omkering bewijslast o.b.v. art 57/7bis want reeds voorwerp van vervolging door infibulatie – geen informatie over risico herbesnijdenis in het rechtsplegingsdossier –vernietiging en terugzending  naar CGVS

Arrêt n°74 074 du 27 janvier 2012 : DA guinéenne – mariage forcé - risque de ré-excision – mauvais traitements dans le cadre du mariage forcé – documents médicaux – interprétation restrictive de la possibilité de fuite interne- pas de preuve de la part de l’administration – risque de réexcision pour une femme adulte – condition de femme guinéenne – crainte d’autres formes renouvelées de persécution- absence de protection effective – reconnaissance.

Arrêt n° 72 592 du 23 décembre 2011 : DA guinéenne- crainte de ré-excision- persécutions par le passé- excision partielle- récit cohérent compte tenu de son jeune âge- plausibilité d’une nouvelle excision-  un doute ne dispense pas d’examiner l’existence de la crainte d’être persécutée- groupe social des femmes - persécutions antérieures- présomption de crainte fondée, art.57/7bis L.15.12.1980- société guinéenne inégalitaire et situation de grande précarité - absence de protection – reconnaissance.

Arrêt n°71 365 du 1er décembre 2011 : DA guinéenne – crainte de mariage forcé – mutilation génitale féminine – persistance des séquelles – présomption de crainte fondée – crainte de ré-excision – crainte d’autres formes de persécution - profil de la requérante – reconnaissance de statut.

Arrêt n° 62.922 et n°62 923 du 9 juin 2011 : DA guinéennes – MENA- Crainte de mariage forcé – Crainte de ré-excision – excision et présence de cicatrices sur le corps – mauvais traitements - Qualité de femmes et de mineures – Actes de persécution – Article 57/7bis, L. 15/12/1980 – Indice sérieux – Vulnérabilité particulière – Doute profite à la requérante – Pas de garantie de protection effective – Groupe social – Reconnaissance.

Arrêt n° 60 622 du 29 avril 2011 : DA guinéenne- crainte de mariage forcé – crainte de réexcision- mutilation type I- crédibilité – groupe social des femmes- art. 57/7bis L.15.12.1980, présomption de crainte fondée- agent non étatique- société guinéenne inégalitaire- Absence de protection – reconnaissance.

 5. Criteria van het Verdrag van Genève:

 5.1 Toebehoren tot een bepaalde sociale groep :

Arrest CCE nr. 129.472 van 16 september 2014: Guinese asielzoekster – Peul – gedwongen huwelijk – buitenechtelijk kind – gebrek aan geloofwaardigheid – tegenstrijdig met objectieve informatie – weigering CGVS – dochter geboren in België – vrees besnijdenis voor dochter – verklaringen gestaafd door medisch attest – art 48/7 van de VW – geen garanties op toegang tot bescherming van nationale autoriteiten – kwetsbaar profiel – art 48/3, §2, alinea 2, a) en f) van de VW – sociale groep – Toekenning vluchtelingenstatus

Arrest CCE nr. 128.221 van 22 augustus 2014: Guinese asielzoekster – Peul – buitenechtelijk kind – besnijdenis – gedwongen huwelijk – derde asielaanvraag – gebrek aan geloofwaardigheid – weigering CGVS – arrest CCE nr. 86 529 van 30 augustus 2012 – aanvullende onderzoeksmaatregelen – beroep CCE- de documenten laten niet toe de geloofwaardigheid te herstellen – gevolgen besnijdenis niet van permanente en continue aard – art. 48/3, §2, alinea 2, a en f van VW – sociale groep – art 48/3 §4 van VW – situatie kand buitenechtelijk kind - geen effectieve bescherming door autoriteiten – bijzonder profiel – status van alleenstaande moeder – toekenning vluchtelingenstatus

Arrêt n° 62.922 et 62 923 du 9 juin 2011 : DA guinéenne – MENA - Crainte de mariage forcé – Crainte de ré-excision – Excision (type I) et présence de cicatrices sur le corps – divergence entre récits de la requérante et sa sœur- Qualité de femme et de mineure – Actes de persécution – Article 57/7bis, L. 15/12/1980 – Indice sérieux – Vulnérabilité en raison du jeune âge – Doute – crainte établie à suffisance - Pas de garantie de protection effective –  appartenance à un certain groupe social – traumatismes et souffrances physiques et mentales des MGF- Reconnaissance.

Arrêt (RvV) n°45 395 du 24 juin 2010 : DA somalienne – Crainte d’excision de la fille – question de nationalité - Refus de protection - Recours RVV – Persécution – Motif politique – Art. 48/3, §4, e), L. 15/12/1980 – Persécution antérieure de la mère – Crainte fondée – Acteur non étatique – Art. 48/5, §1, c), L. 15/12/1980 – Acteur de protection –Doute sur la nationalité – examiner la crainte de persécution- Absence de données suffisantes – Annulation- renvoi au CGRA (CGVS).

Arrêt n° 979 du 25 juillet 2007 : DA guinéenne – Crainte d'excision – Notion de persécution – Mutilations sexuelles – Art. 1, §2, Convention de Genève – Art. 48/3, §2, al. 2, a) et f), L. 15/12/1980 – Jeune âge et situation de femme sans famille – Sources statistiques – Absence de protection des autorités – Art. 48/5, §2, L. 15/12/1980 – Notion de groupe social – Art. 48/3, §4, d), L. 15/12/1980 – Reconnaissance.    

 5.2 Politieke overtuiging

Arrêt n° 82 101 du 31 mai 2012 : DA burkinabée – opposition à l’excision sur 7 fillettes – dénonciation publique de la pratique - plainte contre l’exciseuse et anciens du village- représailles de la famille et du village - protection des autorités article 48/5 §2 L. 15.12.1980 -  opinion politique contre l’excision- appartenance au groupe social des femmes – récit circonstancié et précis- bénéfice du doute- acteurs de protection- persistance de la pratique et des pratique discriminatoires- obstacles à l’accès à la justice – non effectivité et efficacité des mesures de protection – reconnaissance.

Arrêt n° 59 081 du 31 mars 2011 : DA guinéenne – mariage forcé- violences familiales – crainte de représailles du père et du mari  - crainte de MGF pour sa fille mineure – persécution au sens de l’article 1er de la Convention de Genève- art.48/3,§2, a) et f) L. 15.12.1980- critère des opinions politiques, sens large- évaluation des conséquences de l’opposition à la coutume pour sa fille- mise au ban de la société- absence de protection des autorités guinéennes - reconnaissance.

Arrêt n° 29 224 et 29 225 du 29 juin 2009 : (risque objectif – vu l’ampleur de la pratique en Guinée + opposition des parents à la pratique –risque de représailles et pressions- critère des opinions politiques)

Arrêt n° 29.110 du 25 juin 2009 : DA guinéen - Enfant née en Belgique - Crainte d'excision de l'enfant en cas de retour - Probabilité extrêmement importante d'excision en cas de retour - Parents risquant d'être mis au ban de la société - Risque de représailles et de rétorsion - Crainte de persécution personnelle dans le chef des parents - Critère des opinions politiques - Reconnaissance.

 6. Binnenlands vluchtalternatief

Arrêt n°51 447 du 23 novembre 2010 : DA togolaise – filles d’un premier mariage- divorcée – second mariage –risque d’excision - opposition à la coutume – pratique liée à l’ethnie et à la religion - risque de subir des pressions irrésistibles- critère des opinions politiques- tentative de chercher une protection- Pas de garantie de protection en cas d’opposition à la coutume- alternative de fuite interne, art.48/5 §3 L.15.12.1980 - charge de la preuve de l’API par l’administration – situation personnelle de la requérante- pas d’analyse sur la crainte de persécution dans la région d’origine et de la situation dans une autre région- non fondement du motif de l’API- reconnaissance

 7. Geloofwaardigheid - twijfel van een vrees of twijfel over een nationaliteit

Arrest CCE nr. 112 117 van 17 oktober 2013: Guinese asielzoekster – Peul – gedwongen huwelijk – besnijdenis na het huwelijk – relaas niet aannemelijk, incoherent en niet samenhangend – weigering CGVS – beroep RVV – gedetailleerd en nauwkeurig relaas – verklaringen gestaafd door medisch attest van besnijdenis – littekens – artikel 48/7 van de VW – vervolging in het verleden – risico op represailles vanwege echtgenoot – slachtoffer van seksueel geweld tijdens de vlucht – afwezigheid van effectieve bescherming door autoriteiten – toekenning vluchtelingenstatus

Arrêt n°72 592 du 23 décembre 2011 : DA guinéenne –MENA– crainte de ré-excision – persécutions passées, art. 57/7 bis L.15.12.1980- jeune âge de la requérante – imprécisions justifiées- récit concis et cohérent- condition de femme- absence de protection – reconnaissance.

Arrêt n° 72 499 du 22 décembre 2011 : DA Benin – MENA – crainte de mariage forcé- crainte d’excision- manque de crédibilité – refus.
 
Arrêt n° 62.922 du 9 juin 2011 : DA guinéenne – MENA - Crainte de mariage forcé – Crainte de ré-excision – Excision et présence de cicatrices sur le corps – divergence entre récits de la requérante et sa sœur- Qualité de femme et de mineure – Actes de persécution – Article 57/7bis, L. 15/12/1980 – Indice sérieux – Vulnérabilité en raison du jeune âge – Doute – crainte établie à suffisance - Pas de garantie de protection effective – Groupe social – Reconnaissance.

Arrêt n°61 890 du 20 mai 2011 : DA sénégalaise- mariage forcé- opposition- excisée avant le mariage – complications sanitaires – invraisemblances – contexte particulier de la requérante-  jeune fille, excisée, mariée de force- crédibilité- groupe social- pas de clause d’exclusion- reconnaissance.

Arrêt n°61 832 du 19 mai 2011 : DA somalienne – nouvelle demande – mensonges- crédibilité du récit – enfant né hors mariage - crainte d’une nouvelle MGF (infibulation) - risque élevé d’infibulation en cas de retour en Somalie / à Djibouti- taux de prévalence - motif objectif de craindre d’être persécutée - groupe social- lecture combinée art.48/3 §4,d) L.15.12.1980 et art.48/3 §2, al.2, f) L.15.12.1980 - doute sur la nationalité - protection des autorités par rapport à la nationalité du DA ou de sa résidence habituelle- doute sur la nationalité : Directive 2004/83/CE du 29 avril 2004 considérant 15 : le pays où le DA a sa résidence habituelle - impossibilité d’administrer la preuve de la nationalité somalienne - appréciation in concreto – incertitude - examen de la protection des autorités djiboutiennes et somaliennes- absence de protection effective dans les deux pays - reconnaissance.

Arrêt n°56 848 du 25 février 2011 : DA camerounaise - MENA- mariage forcé – violences familiales - pratique répandue au Cameroun- examen superficiel de la crédibilité-contexte et jeune âge de la requérante- absence d’informations sur la protection offerte par les autorités- mesures d’instruction complémentaires- annulation et renvoi au CGRA

Arrêt n° 56 580 du 23 février 2011 : DA somalienne – activités politiques du mari - décision d’octroi de la protection subsidiaire – recours CCE- crainte d’excision pour les filles - doute – examen de la crainte d’être persécuté – crédibilité- profil particulier et état psychologique- situation sécuritaire en Somalie – nationalité et origine établies à suffisance – opinion politique imputée - réformation et octroi de la qualité de réfugiée.

Arrêt (RvV) nr 45 395 du 24 juin 2010 : DA somalienne – Crainte d’excision de la fille –question de nationalité - Refus de protection - Recours RVV – Persécution – Motif politique – Art. 48/3, §4, e), L. 15/12/1980 – Persécution antérieure de la mère – Crainte fondée – Acteur non étatique – Art. 48/5, §1, c), L. 15/12/1980 – Acteur de protection –Doute sur la nationalité – examiner la crainte de persécution- Absence de données suffisantes – Annulation- renvoi au CGRA (CGVS).

Arrêt n°29 226 du 29 juin 2009 : DA guinéenne- MENA- mariage forcé- violences conjugales- absence d’élément concret, pertinent et suffisamment récent- impossibilité d’authentification acte de décès du père- indices du bien-fondé de ses craintes- le doute lui profite-  mariage forcé constitue des persécutions en raison de sa condition de femme- crainte d’autres formes renouvelées de persécution- société inégalitaire – absence de protection adéquate des autorités- précarité et fragilité de la requérante - reconnaissance

Arrêt n°25 092 du 26 mars 2009 : DA nigérienne- mariage forcé – maltraitances de son mari - question de crédibilité- profil de la requérante- contexte particulier- comportement passif- récit circonstancié – absence de motif sérieux de mettre en doute la bonne foi- le doute profite – persécutions au sens de la Convention- appartenance au groupe social des femmes- mariages arrangés au Niger- pas de protection effective des autorités- reconnaissance.

Arrêt n°17 310 du 17 octobre 2008 : DA camerounaise- crainte de mariage forcé- maltraitances conjugales – plainte pour séquestration et viols - menace d’excision – question de crédibilité- situation particulière de la requérante – certificat médical- pas de motif sérieux de mettre en doute sa bonne foi- bénéfice du doute- pratique du mariage forcé au Cameroun- carence des autorités- groupe social- reconnaissance.

 8. VGV ondergaan in het verleden = vermoeden van vrees

Arrest CCE nr. 129.472 van 16 september 2014: Guinese asielzoekster – Peul – gedwongen huwelijk – buitenechtelijk kind – gebrek aan geloofwaardigheid – tegenstrijdig met objectieve informatie – weigering CGVS – dochter geboren in België – vrees besnijdenis voor dochter – verklaringen gestaafd door medisch attest – art 48/7 van de VW – geen garanties op toegang tot bescherming van nationale autoriteiten – kwetsbaar profiel – art 48/3, §2, alinea 2, a) en f) van de VW – sociale groep – Toekenning vluchtelingenstatus

Arrest CCE nr. 112 117 van 17 oktober 2013: Guinese asielzoekster – Peul – gedwongen huwelijk – besnijdenis na het huwelijk – relaas niet aannemelijk, incoherent en niet samenhangend – weigering CGVS – beroep RVV – gedetailleerd en nauwkeurig relaas – verklaringen gestaafd door medisch attest van besnijdenis – littekens – artikel 48/7 van de VW – vervolging in het verleden – risico op represailles vanwege echtgenoot – slachtoffer van seksueel geweld tijdens de vlucht – afwezigheid van effectieve bescherming door autoriteiten – toekenning vluchtelingenstatus

Arrêt n°72 592 du 23 décembre 2011 : DA guinéenne –MENA– crainte de ré-excision – persécutions passées, art. 57/7 bis L.15.12.1980- jeune âge de la requérante – imprécisions justifiées- récit concis et cohérent- condition de femme- absence de protection – reconnaissance.

>< arrêt n° 72 499 du 22 décembre 2011 : DA béninoise – MENA – crainte de mariage forcé- crainte d’excision- manque de crédibilité – refus.

Arrêt n°71 365 du 1er décembre 2011 : DA guinéenne – crainte de mariage forcé – mutilation génitale féminine – persistance des séquelles – présomption de crainte fondée – crainte de ré-excision – crainte d’autres formes de persécution - profil de la requérante – reconnaissance de statut.

Arrêt n° 62.922 du 9 juin 2011 : DA guinéenne – MENA - Crainte de mariage forcé – Crainte de ré-excision – Excision et présence de cicatrices sur le corps – divergence entre récits de la requérante et sa sœur- Qualité de femme et de mineure – Actes de persécution – Article 57/7bis, L. 15/12/1980 – Indice sérieux – Vulnérabilité en raison du jeune âge – Doute – crainte établie à suffisance - Pas de garantie de protection effective – Groupe social – Reconnaissance.

 9. In aanmerking nemen van stukken/elementen van het dossier 

Arrest CCE nr 181.553 van 31/01/2017 (Franstalig arrest CCE)

Guinée - internationale bescherming - besnijdenis type III - risico op herbesnijdenis - fysiek en psychisch lijden door de ondergane vervolgingen - gedwongen huwelijk - geweld - vrees voor vervoling - tegenstrijdige verklaringen - ongeloofwaardigheid - authenticiteit en bewijskracht van identiteitsdocumenten - recht op fysieke integriteit - medische attesten - het voortduren van de gevolgen - band tussen problemen en besnijdenis - noodzaak van medisch-psychologische tussenkomst - statuut van vluchteling wordt toekend.

Arrest RVV nr 108.583 van 26 augustus 2013 (annulatiebevoegdheid)
Soedanese asielzoeker  – weigering vluchtelingenstatus en weigering subsidiaire beschermingsstatus (arrest 27.491 van 19 mei 2009) – tweede asielaanvraag – medisch attest als nieuw element– Post Traumatische Stress Syndroom (PTSS)– belemmering afleg interview CGVS –  bijlage 13 quater - niet-in-overwegingname ––  medische motieven ressorteren niet onder Conventie van Genève –beroep RVV– motivering niet afdoende– schending art. 3 van de wet van 29 juli 1991 – vernietiging.

Arrêt n° 72 525 du 23 décembre 2011 : DA sénégalaise - sorcellerie - troubles amnésiques et absences – examiner rapport psychologique – absence de protection –

 10. objectieve vrees voor/risico op VGV

Arrest CCE van 17 april 2014 (3 rechters): Guinese asielzoekster – vrees voor besnijdenis dochter – vrees omwille van verzet tegen besnijdenis - vrees omwille van gedwongen huwelijk - prevalentie besnijdenis uiterst hoog in Guinee – objectief risico op besnijdenis voor jonge meisjes – risico op zich volstaat om vrees voor vervolging aan te tonen – geen bescherming mogelijk in Guinee – vrees omwille van verzet tegen besnijdenis niet aangetoond – gedwongen huwelijk aannemelijk – toekenning vluchtelingenstatus

Arrêt n°61 832 du 19 mai 2011 : DA somalienne – nouvelle demande – mensonges- crédibilité du récit –enfant hors mariage en Belgique- crainte d’une nouvelle MGF (infibulation) -risque élevé d’infibulation et ré-infibulation en cas de retour en Somalie ou Djibouti - taux de prévalence- motif objectif de craindre d’être persécutée- imprécisions ne privent pas le fondement de cette raison objective de craindre- appartenance à un groupe social- lecture combinée art.48/3 §4,d) L.15.12.1980 et art.48/3 §2, al.2, f) L.15.12.1980 - doute sur la nationalité - protection des autorités nationales par rapport à la nationalité du DA ou de sa résidence habituelle- doute sur la nationalité : Directive 2004/83/CE du 29 avril 2004 considérant 15 : le pays où le DA a sa résidence habituelle - impossibilité d’administrer la preuve de la nationalité somalienne - appréciation in concreto – incertitude - examen de la protection des autorités djiboutiennes et somalienne- absence de protection effective dans les deux pays- reconnaissance.

Arrêt n°27 762 du 27 mai 2009 : DA guinéenne- mariage forcé- risque d’excision- intacte – risque objectif d’excision en cas de retour – erreur manifeste d’appréciation - pas de garantie  d’une protection – appartenance à un groupe social- reconnaissance.

 11. Effectieve bescherming door de nationale autoriteiten

Arrest CCE nr. 129.472 van 16 september 2014: Guinese asielzoekster – Peul – gedwongen huwelijk – buitenechtelijk kind – gebrek aan geloofwaardigheid – tegenstrijdig met objectieve informatie – weigering CGVS – dochter geboren in België – vrees besnijdenis voor dochter – verklaringen gestaafd door medisch attest – art 48/7 van de VW – geen garanties op toegang tot bescherming van nationale autoriteiten – kwetsbaar profiel – art 48/3, §2, alinea 2, a) en f) van de VW – sociale groep – Toekenning vluchtelingenstatus

Arrest CCE nr. 128.221 van 22 augustus 2014: Guinese asielzoekster – Peul – buitenechtelijk kind – besnijdenis – gedwongen huwelijk – derde asielaanvraag – gebrek aan geloofwaardigheid – weigering CGVS – arrest CCE nr. 86 529 van 30 augustus 2012 – aanvullende onderzoeksmaatregelen – beroep CCE- de documenten laten niet toe de geloofwaardigheid te herstellen – gevolgen besnijdenis niet van permanente en continue aard – art. 48/3, §2, alinea 2, a en f van VW – sociale groep – art 48/3 §4 van VW – situatie kand buitenechtelijk kind - geen effectieve bescherming door autoriteiten – bijzonder profiel – status van alleenstaande moeder – toekenning vluchtelingenstatus

Arrest CCE van 17 april 2014 (3 rechters): Guinese asielzoekster – vrees voor besnijdenis dochter – vrees omwille van verzet tegen besnijdenis - vrees omwille van gedwongen huwelijk - prevalentie besnijdenis uiterst hoog in Guinee – objectief risico op besnijdenis voor jonge meisjes – risico op zich volstaat om vrees voor vervolging aan te tonen – geen bescherming mogelijk in Guinee – vrees omwille van verzet tegen besnijdenis niet aangetoond – gedwongen huwelijk aannemelijk – toekenning vluchtelingenstatus

Arrêt n°71 548 du 8 décembre 2011 : DA camerounaise – mariage forcé – troisième demande, autorité de chose jugée - absence de protection – preuve de l’absence de protection effective – problématique de genre – mesures d’instruction complémentaires - annulation de la décision.

Arrêt n°51 447 du 23 novembre 2010 : DA togolaise – filles d’un premier mariage- divorcée – second mariage –risque d’excision - opposition à la coutume- pas d’alternative de fuite interne – crédibilité du récit - risque de subir des pressions irrésistibles- critère des opinions politiques- tentative de chercher une protection- Pas de garantie de protection en cas d’opposition à la coutume- alternative de fuite interne, art.48/5 §3 L.15.12.1980- charge de la preuve de l’API par l’administration – situation personnelle de la requérante- reconnaissance

Arrêt n°25 092 du 26 mars 2009 : DA nigérienne- mariage forcé – maltraitances de son mari - question de crédibilité- profil de la requérante- contexte particulier- comportement passif- récit circonstancié – absence de motif sérieux de mettre en doute la bonne foi- le doute profite – persécutions au sens de la Convention- appartenance au groupe social des femmes- mariages arrangés au Niger- pas de protection effective des autorités- reconnaissance.

 

12. Meervoudige asielaanvragen

Arrest nr. 114.005 van 20 november 2013 (annulatie): Guinese asielzoekster  - vrees voor besnijdenis dochter – weigering vluchtelingenstatus en subsidiaire beschermingstatus door CGVS en  RVV - nieuwe asielaanvraag in naam van het kind –  (oud) art. 51/8 VW – weigering inoverwegingname - bijlage 13quater – annulatieberoep RVV- brief vzw INTACT – nieuw element -  inhoud brief werpt een nieuw licht op eerdere beoordeling – vrees in hoofde van dochter eerder niet  onderzocht- enkel vrees in hoofde van de moeder werd onderzocht - miskenning zorgvuldigheidsplicht – vernietiging bijlage 13 quater

Arrest nr. 113.153 van 31 oktober 2013 (annulatie): Guinese asielzoekster  - vrees voor gedwongen huwelijk – vrees voor besnijdenis dochter – weigering vluchtelingenstatus en subsidiaire beschermingstatus door CGVS -  beroep RVV - dochter is geen partij in het geding - weigering vluchtelingenstatus en subsidiaire beschermingstatus (arrest RVV 103.148 van 21.05.2013) – nieuwe asielaanvraag in naam van het kind – bijlage 13quater:  niet in overwegingname – gezag van gewijsde arrest 21.05.2013 – enkel vrees van de moeder werd onderzocht - vrees in hoofde van het kind niet onderzocht- onterechte toepassing van artikel 51/8 van de VW – bevoegdheidsoverschrijding - vernietiging weigering tot niet in overwegingname

Arrest RVV nr 110.319 van 23 september 2013 (annulatie): Guinese asielzoekster – weigering vluchtelingenstatus en weigering subsidiaire bescherming (RVV nr 91 833 van 20 november 2012) – tweede asielaanvraag in eigen naam en eerste asielaanvraag voor minderjarig dochtertje – beslissing tot niet-in-overwegingname – bijlage 13 quater - dochter nog niet geboren ten tijde beslissing CGVS – geen onderzoek in hoofde van kind door RVV – dochter nooit eerder asielaanvraag ingediend – art 51/8VW niet van toepassing -bevoegdheid DVZ beperkt tot vreemdelingen die reeds eerder asielaanvraag indienden– machtoverschrijding – vernietiging beslissing niet-in-overwegingname.

 

Inhoudstafel

Wat is VGV ?

Het gebeurt ginder…en in België

Wat zijn de gevolgen voor de gezondheid

De VGV zijn een ernstige schending op de Mensenrechten

 

Wat is « VGV » ? 

De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) definieert vrouwelijke genitale verminking (VGV) als  "alle ingrepen die leiden tot een gedeeltelijke of volledige verwijdering van de externe genitaliën van de vrouw en/of elke verwonding van de vrouwelijke geslachtsorganen toegebracht om niet-medische redenen.” (WHO (2008), Eliminating female genital mutilation, An interagency statement - OHCHR, UNAIDS, UNDP, UNECA, UNESCO, UNFPA, UNHCR, UNICEF, UNIFEM, WHO).

De vrouwenbesnijdenis (het meer algemene begrip) wordt meestal toegepast, in landen met prevalentie van VGV, op meisjes tussen vier en twaalf jaar oud . Een vrouw kan echter meermaals en in verschillende gradaties, op eender welke leeftijd worden besneden, als een strafmaatregel of voor elk ander motief (ter voorbereiding van het huwelijk bijvoorbeeld, of na een bevalling).

De WHO onderscheidt de VGV in vier categorieën :

  • « Clitoridectomie » (type 1) is de volledige of gedeeltelijke verwijdering van de voorhuid van de clitoris en/of van de clitoris;

  • « Besnijdenis » (type 2) omvat de gedeeltelijke of volledige verwijdering van de clitoris en van de kleine schaamlippen, met of zonder de verwijdering van de grote schaamlippen;

  • « Infibulatie » (type 3) bestaat uit het dichtnaaien van de vaginale opening om deze te versmallen, met de bedekking van de kleine en/of de grote schaamlippen;

  • Elke andere ingreep op het genitaal orgaan voor niet-therapeutische doeleinden (type 4 = doorsnijden, aanprikken, verbranden, inkerven, etc…).

De VGV worden soms uitgevoerd voor esthetische redenen, voor hygiënische redenen (reinheid) of omdat het de vruchtbaarheid zou bevorderen.

De bestendiging van deze praktijk is vooral het gevolg van een sterk verankerde traditie. De ouders zijn zich vaak niet bewust van de gevaren van VGV voor hun kinderen, en beschouwen deze praktijk als noodzakelijk omwille van de traditie of om hun dochter tegen sociale uitsluiting te beschermen. In bepaalde regio’s wordt een intacte vrouw door de gemeenschap als vuil en onrein beschouwd en zal ze hierdoor mogelijk een echtgenoot vinden.

De VGV is een duidelijke weerspiegeling van een sociale wil tot controle van de seksualiteit en de autonomie van de vrouw.

In bepaalde gebieden wordt de traditie toegepast omwille van religieuze redenen. Nochtans wordt deze praktijk door geen enkel geloof voorgeschreven. De praktijk bestond reeds voor de opkomst van de islam en elk ander monotheïstisch geloof.

 

Het gebeurt ginder,…

Meer dan 200 miljoen vrouwen en meisjes ter wereld hebben een vorm van vrouwelijke genitalie verminking ondergaan ( UNICEF, 2016)en elk jaar worden er opnieuw 3 miljoen meisjes slachtoffer van.

De praktijk van VGV komt voor in een dertigtal Afrikaanse landen, gaande van Senegal tot Somalië, in Guinee, Mali, Burkina Faso, Tsjaad, Soedan, Ethiopië, … maar ook in Egypte. VGV wordt eveneens uitgevoerd in bepaalde gebieden van Azië (zoals Indonesië, India en Maleisië), en in mindere mate bij bepaalde bevolkingsgroepen in het Midden-Oosten (zoals Koerden in het noorden van Irak, Israël) en in Latijns-Amerika (Colombia, Peru).

Het type van de genitale verminking en de leeftijd waarop de VGV wordt uitgevoerd verschillen in functie van de etnische groep waartoe het meisje of vrouw behoort en de sociaal-politieke omstandigheden van het land.

carte nl

 … en in België

In een context van globalisering strekt de praktijk van VGV zich uit tot in het hart van de immigratielanden. Ongeveer 5% van de slachtoffers verblijft in immigratielanden in het Noorden (West-Europa, Noord-Amerika en Oceanië), wat neer komt op meer dan 6,5 miljoen verminkte vrouwen en meisjes.

Het aantal vrouwen en meisjes dat slachtoffer is van VGV en in Europa woont, wordt in een rapport van het Europees Parlement geschat op 500 000. Bovendien zouden er per jaar zo'n 180 000 meisjes en vrouwen het risico om besneden te worden ('Report on combating FGM in the EU', 16 februari 2009).

carte2Ook België wordt getroffen door deze problematiek. Een recente studie in opdracht van de FOD Volksgezondheid schat dat 13 112 vrouwen en meisjes in België zeer waarschijnlijk besneden zijn en dat zo'n 4 084 meisjes het risico lopen te worden besneden. Het Vlaams Gewest heeft de hoogste cijfers van meisjes of vrouwen die reeds besneden zijn of het risico lopen te worden besneden (6 761), gevolgd door het Brussel Hoofdstedelijk Gewest (5 831) en het Waals Gewest (3 303) (Dubourg D. et Richard F., 'Studie over de prevalentie van en het risico op vrouwelijke genitale verminking in België', Brussel, februari 2014).

Een ander onderzoek, waarbij Vlaamse en Franstalige gynaecologen werden bevraagd, heeft uitgewezen dat gynaecologen worden benaderd met het verzoek van een ouder om hun dochter te besnijden (Leye E., Ysebaert I., Deblonde J., Claes, P.n Vermeulen G., Jacquemyn, Y., & Temmeeman M., 'Female Genital Mutilation, : Knowledge , attitudes and practices of Flemish gynaecologists', The European Journal of Contraception & Reproductive Health Care, 13:2, 182-190, 2008).

Meisjes die in België wonen en waarvan de ouders afkomstig zijn uit een land waar VGV in hoge mate voorkomt, zijn in België niet noodzakelijk beschermd tegen een besnijdenis. Er kan een risico op besnijdenis bestaan, bijvoorbeeld tijdens een reis naar het herkomstland (of buurland hiervan).

In België zijn VGV verboden. Elke persoon die om het even welke vorm van vrouwelijke genitale verminking heeft uitvoerd, vergemakkelijkt of bevorderd, en zich op het Belgisch grondgebied bevindt, is strafbaar, ook indien de verminking in het buitenland werd uitgevoerd (artikel 409 Strafwetboek en artikel 10ter van het Wetboek Strafvordering).

 

Wat zijn de gevolgen voor de gezondheid ?

Vrouwelijke genitale verminking kan aanzienlijke gevolgen hebben op de fysieke, mentale en seksuele gezondheid van vrouwen en meisjes, zowel op korte als langere termijn.

Besnijdenissen worden hoofdzakelijk uitgevoerd in weinig hygiënische omstandigheden, door traditionele besnijdsters die geen of een beperkte medische training hebben gehad, zonder medisch hulpmateriaal en zonder enige vorm van verdoving, wat onder andere een grote impact heeft de pijn, het trauma en de overdracht van ziektes. Er kunnen onmiddellijke complicaties op de fysieke gezondheid optreden (hevige pijn, shock, bloedingen met mogelijk de dood tot gevolg, bloedvergiftiging, letsels aan naburige organen, breuken, etc.), maar ook complicaties op langere termijn (zoals urinaire-, genitale- en pelvisinfecties, onvruchtbaarheid, chronische pijn, pijn bij het menstrueren, cysten, moeilijkheden bij de bevalling en dood van de fœtus, …). Bovendien loopt een besneden vrouw het risico op pijn tijdens seksuele betrekkingen alsook op het verlies van seksueel genot. VGV kan bovendien leiden tot psychologische problemen zoals angststoornissen, neurose, depressie of posttraumatische stress.

Wanneer een vrouw is geinfibuleerd, wordt zij blootgesteld aan veelvuldig seksueel geweld in haar leven, aangezien zij achtereenvolgens gedesinfibuleerd en gereinfibuleerd kan worden (ten gevolge van seksuele betrekkingen of een bevalling).

U vindt hieromtrent meer informatie op de website van Gams http://www.gams.be

 

De VGV zijn een ernstige schending op de Mensenrechten

De internationale gemeenschap erkend vrouwelijke genitale verminking als een ernstige schending van de mensenrechten. Deze praktijk ontneemt vrouwen en hun kinderen het recht :

  • op fysieke en mentale integriteit,
  • op de maximale gezondheidsstandaard,
  • om niet te worden onderworpen aan geweld of discriminatie op grond van het geslacht,
  • om niet gefolterd te worden en om geen wrede, onmenselijke en vernederende behandelingen te ondergaan,
  • te leven of in bepaalde gevallen, het recht op leven.

Nochtans hebben de Staten verschillende internationale en regionale instrumenten ondertekend om deze rechten te beschermen en dergelijke praktijken te verbieden.

Naast de fundamentele teksten zoals de Universele verklaringen van de rechten van de mens, het Internationaal verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten van 1948, het Internationaal verdrag inzake economische, sociale en culturele rechten van 1966 en het Europees verdrag voor de bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, zijn er andere teksten aangenomen die vrouwelijke genitale verminking veroordelen. Het betreft o.a. het Verdrag inzake de uitbanning van elke vorm van discriminatie ten aanzien van vrouwen van 1979, het Verdrag van de Verenigde Naties tegen foltering en andere straffen of wrede, onmenselijke en vernederende behandelingen van 1984 en het Internationaal verdrag voor de Rechten van het Kind van 1989.

De Afrikaanse landen, lidstaten van de Afrikaanse Unie (AU), hebben tevens maatregelen aangenomen met het oog op het bevorderen en het verzekeren van het respect voor de rechten van Afrikaanse vrouwen. Het Protocol over de Vrouwenrechten in Afrika (Protocol van Maputo) aangenomen door de AU op 11 juli 2003 voorziet expliciet dat « States Parties shall prohibit and condemn all forms of harmful practices which negatively affect the human rights of women and which are contrary to recognised international standards. Parties shall take all necessary legislative and other measures to eliminate such practices, including: prohibition, through legislative measures backed by sanctions, of all forms of female genital mutilation” (artikel 5).

In het asielrechten dient VGV, volgens de Guidelines van het UNHCR inzake internationale bescherming, te worden beschouwd als een daad van vervolging op grond van het geslacht in de zin van de Conventie van Genève. Een vrouw die het risico loopt op een dergelijke behandeling in haar land van herkomst en wanneer de autoriteiten haar geen bescherming kunnen bieden, kan zij asiel vragen in een staat partij van de Conventie.

De Speciale VN-Rapporteur inzake geweld tegen vrouwen heeft duidelijk bevestigd dat VGV vergelijkbaar zijn aan foltering. De Speciale VN-Rapporteur inzake foltering of andere straffen of wrede, onmenselijke of vernederende behandeling heeft niettemin in zijn rapport van 2008 verduidelijkt dat VGV ‘vergelijkbaar zijn met foltering wanneer de Staten niet diligent reageren’.

Ondanks de inspanningen die door bepaalde landen worden ondernomen om VGV te verbannen, wordt deze praktijk in vele Staten verdergezet. De aangenomen maatregen zijn vaak niet efficiënt en erg weinig vrouwen die besnijden of de opdrachtgevers ervan worden strafrechtelijk vervolgd. Het grootste obstakel in het efficiënt vechten tegen genitale verminking, dat in bepaalde landen nochtans als misdrijf wordt erkend, is dat deze praktijk in bepaalde gemeenschappen sterk verankerd is. In deze context zijn de statelijke autoriteiten soms terughoudend zijn of in de onmogelijkheid verkeren om deze praktijk te onderdrukken.

Subcategorieën

Vreest u een besnijdenis bij uzelf of bij iemand in uw kring, zoekt u advies of hulp ?

 

Contacteer INTACT in geval van een reëel risicio voor vrouwelijke genitale verminking per mail op het email adres :

INTACT kan een persoon ondersteunen die bescherming nodig heeft of een klacht wil neerleggen naar aanleiding van een reeds uitgevoerde VGV of naar aanleiding van een poging tot VGV. De organisatie heeft de mogelijkheid op te treden voor het gerecht (onder voorbehoud van ontvankelijkheid van de klacht ) om een persoon die een vrees heeft voor VGV te beschermen.

 

U mag ook contact opnemen met GAMS België op het nummer +32 (0)2 219.43.40.

In geval van uiterste dringendheid, gelieve de politie te bellen (112 of 101).

NOTA 30 april 2019

Reactie INTACT op het gewijzigde beleid van het CGVS inzake VGV

“Ouders erkende minderjarige intacte meisjes in legal limbo

Door de uitholling van het afgeleide vluchtelingenstatuut voor ascendenten van een minderjarige dochter met een erkende vrees voor VGV, op grond van een reductie van het principe van gezinseenheid tot een louter materiële afhankelijkheidsvoorwaarde (“ten laste”), in strijd met het hoger belang van het kind.

 

Inleiding

Deze nota werd geschreven door INTACT naar aanleiding van het formeel gewijzigde beleid van het Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen (hierna: CGVS) met betrekking tot de beoordeling van verzoeken om internationale bescherming die ouders indienen in naam van een dochter die vrouwelijke genitale verminking (hierna VGV) vreest.

Sedert enkele maanden wordt INTACT verontrust door een aantal beslissingen waarbij de ouders van deze erkende meisjes van het CGVS automatisch een weigering van de vluchtelingenstatus en van de subsidiaire beschermingsstatus krijgen betekend, indien zij geen afzonderlijke persoonlijke en gegronde vrees voor vervolging koesteren noch een risico op ernstige schade lopen. De eigen vrees van de ouders als zijnde de ouders van een niet-besneden dochter wordt niet langer aanvaard.

Het CGVS beschouwt deze ouders volgens hun officiële mededeling dd. 12 april 2019 als “uitgeprocedeerd” en verwijst hen door naar de Dienst Vreemdelingenzaken (hierna DVZ) om een regularisatieaanvraag in te dienen op grond van artikel 9 bis van de wet van 15 december 1980 (hierna Vreemdelingenwet). [1] De erkenning van de vluchtelingenstatus aan het meisje moet volgens het CGVS immers los worden gezien van het verblijfsrecht van de ouder. 

Met deze beleidswijziging gaat het CGVS regelrecht in tegen haar jarenlange vaststaande praktijk waarbij deze ouders automatisch een afgeleid vluchtelingenstatuut werd toegekend op grond van het principe van gezinseenheid.

Lees meer...

Communiqué de presse : arrêt du 11 février 2019 du Tribunal fédéral (Suisse)

 

Le Tribunal fédéral confirme la condamnation d'une femme de Somalie, qui avait faitexciser ses filles dans son pays d'origine avant leur venue commune en Suisse. Il rejette le recours formé par celle-ci contre le jugement du Tribunal cantonal du canton de Neuchâtel.
https://www.bger.ch/files/live/sites/bger/files/pdf/fr/6B_77_2019_2019_02_22_T_f_15_56_43.pdf

Trajectoire MGF dans le cadre de l'accueil des demandeurs d'asile

Dans le cadre du projet « FGM Global Approach » financé par le Fonds Asile Migration et Intégration (FAMI), mis en œuvre par le GAMS Belgique (aspects santé et socio-culturels) et l’asbl INTACT (aspects juridiques) une trajectoire MGF a été réalisée dans le but d’établir une approche commune au sein des structures d’accueil vis-à-vis de l’identification et l’accompagnement des femmes/filles demandeuses d’asile ayant subi ou à risque de MGF. Cette trajectoire a été élaborée grâce à l'input du terrain. Un groupe de travail national (représentants de Fedasil, Croix-Rouge et partenaires) a ainsi été constitué et piloté via un comité d’accompagnement de Fedasil.

Un nouveau guide sur l'accès à l'aide en santé mentale pour personnes exilées en région bruxelloise

Le Réseau Santé Mentale en Exil* présente la nouvelle édition de son guide sur l’accès à l’aide en santé mentale pour personnes exilées en région bruxelloise. Ce guide est destiné aux travailleurs de première ligne souhaitant mieux appréhender les divers enjeux liés à l’accompagnement psychosocial et thérapeutique de personnes présentant la double problématique d’une souffrance psychologique et d’un statut de séjour précaire.

Cette édition 2018 comprend une actualisation de la version 2011, ainsi que trois nouveaux chapitres consacrés à des publics spécifiques : les femmes victimes de violence, les mineurs étrangers non accompagnés et les usagers de drogues.

Pour obtenir un exemplaire papier du guide et avoir plus d'informations, contactez le Réseau :

 Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.

Tél : 02 533 06 70

Personnes de contact : Ondine Dellicour et Johan Cornez.

Vous pouvez également télécharger une version numérique sur le site du SSM Ulysse

Lees meer...